Stromingspatonen

Meestroom

  • Bij meestroom stromen de stoffen in en buiten de buis in dezelfde richting.
  • Qua warmteoverdracht is dit minder efficiënt.

Tegenstroom

  • Bij tegenstroom stromen de stoffen in en buiten de buis in tegengestelde richting.
  • Qua warmteoverdracht is tegenstroom het meest effectief en efficiënt.

Het is van belang om het oppervlakte langs de stromen zo groot mogelijk te maken, vaak wordt dit

gevormd door een grote hoeveelheid pijpen met een kleine diameter en een dunne wand.

 

Tegenstroom is het meest effectief, als er meerdere passes nodig zijn om de gewenste warmteoverdrachtcoefficient te bereiken is zuivere tegenstroom niet  mogelijk. Er wordt dan dwarsstroming (crossflow) gecreëerd d.m.v. keerschotten (baffles) in de mantel te plaatsen.

Dwarsstroming heeft als voordeel voor designers dat de nozzles op meerdere plaatsen op de mantel geplaatst kunnen worden.

Moet het medium in de mantel worden verwarmd, dan moet de uitlaatnozzle bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de inlaat van de pijpzijde geplaatst worden (warmste plaats)

Moet het medium in de mantel gekoeld worden, dan moet de uitlaatnozzle bij voorkeur zo ver mogelijk van de inlaatzijde worden geplaatst.

 

  • Een product dat moet opwarmen komt aan de onderzijde binnen.

          Bij verhitting onstaat mogelijk damp dit gaat dan met de processtroom mee omhoog.

  • Een product dat moet afkoelen komt aan de bovenzijde binnen.

         Bij afkoeling ontstaat mogelijk condensaat wat automatisch naar beneden stroomt.