De natuurkunde of fysica is de tak van wetenschap die algemene eigenschappen van materiestraling en energie onderzoekt en beschrijft, zoals kracht, evenwicht en beweging, fasen en faseovergangenstralingwarmtelichtgeluidmagnetisme en elektriciteit, voor zover hierbij geen scheikundige veranderingen optreden. Dit wil zeggen dat de moleculaire samenstelling van stoffen niet verandert.

Wiskunde (minder gebruikelijk: mathematiek, mathematica of mathesis) is een formele wetenschap die onder andere getallen, patronen en structuren bestudeert. De wiskunde komt voort uit het rekenen en de meetkunde, maar omvat veel meer dan dat.

Wiskundige structuren worden met strikte logische redeneringen opgebouwd. Wiskundige beweringen waarvan de juistheid is aangetoond heten stellingen; zij doen uitspraken over gedefinieerde objecten en formuleren verbanden daartussen. De formele redenering die aantoont dat een stelling waar is, noemt men een wiskundig bewijs. Bij het opstellen van een bewijs wordt uitgegaan van een (klein) aantal uitgangspunten (axioma's) en van definities.

 
 Bron:https://nl.wikipedia.org
 

Bar (druk)

 
 


De bar is een niet-SI-eenheid van druk, maar is wel een blijvend erkende eenheid die heel vaak in de industrie en het dagelijkse leven gebruikt wordt. Het is daarvoor een praktische eenheid, omdat de luchtdruk op aarde ongeveer 1 bar is, en de bar bij het SI-stelsel aansluit, in tegenstelling tot de verouderde eenheid atmosfeer (atm).

 

De SI-eenheid van druk is de pascal (Pa). Een bar is gedefinieerd als 100.000 Pa = 100 kPa. Van deze eenheid kunnen decimale veelvouden en delen worden gevormd. Het meest gebruikelijke is de millibar (symbool: mbar = 100 Pa), vooral voor het aangeven van de atmosferische druk.

 

Eén bar betekent dat er 10 newton (bij benadering 1 kgf) drukt op één vierkante centimeter. Dus 1 bar = 10 N/cm² = 100.000 N/m². Dit is ongeveer 1 kgf/cm², wat ook ongeveer de atmosferische druk is. Dus bij benadering is 1 bar ≈ 1 atm ≈ 1 kgf/cm² (wat soms foutief "1 kilo" druk genoemd wordt).

Vroeger werd in de meteorologie de luchtdruk uitgedrukt in millibar (mbar); tegenwoordig wordt daar de eenheid hectopascal (hPa) voor gebruikt, die precies dezelfde waarde heeft. Verder werd ook de atm (atmosfeer) gebruikt, een wat verouderde eenheid van druk, overeenkomend met de gemiddelde luchtdruk op zeeniveau, ofwel 101,325 kPa, ofwel 1,01325 bar.

 

Andere afgeleiden zijn bara, wat de absolute druk is en baro of barg (bar gauge), wat de overdruk is. Als een manometer (bijvoorbeeld op een fietspomp of een compressor) vrij in de atmosfeer de waarde nul aangeeft, dan is dat nul baro.

1 bar = 10 Newton

1 bar = 100,000.00 Pascal

1 Bar 1000 HectoPascal 

1 bar 0.986923299833 atmosfeer 

Bron:https://nl.wikipedia.org